Postduivensport was vroeger in de jaren zestig van de vorige eeuw in Nederland zeer populair. Er waren meer dan 50.000 mensen die deze sport bedreven. Maar ook nu nog zijn er nog steeds 22.000 mensen die deze sport fanatiek bedrijven. Ergens ver weg worden de duiven gelost en de duif die de hoogste snelheid heeft gevlogen is winnaar. De losplaats kan ergens in Nederland zijn op een afstand naar het hok van ruim honderd kilometer, maar ook Barcelona met een afstand van 1100 tot 1250 kilometer is een wedvlucht. Maar niet alleen de sport geeft veel voldoening, ook de dagelijkse omgang of het kweken met postduiven geeft veel positieve beleving. Het is heel gemakkelijk om aan postduiven te komen als je lid wordt van een postduivenvereniging, de andere leden willen je graag helpen en meestal kun je gratis duiven krijgen. Als je met postduiven begint, begint er ook een nieuwe enerverende wereld.
De postduif
De postduif is een afstammeling van de rotsduif die vooral voorkomt in de landen rond de Middellandse Zee en in Frankrijk en wat minder in België en Groot Brittannië. De stadsduiven zijn broertjes en zusjes van de postduiven, ook deze vogels zijn rechtstreekse afstammelingen van de rotsduif. Al eeuwen geleden werden er veel nakomelingen van de rotsduif gehouden voor de mest en consumptie. Deze duiven werden veelal in grote aantallen gehouden in duiventorens en andere grotere verblijven. De duiven vlogen gewoon vrijuit en zochten zelf het voer op het land. Vanuit deze groepen zijn al eeuwen geleden de eerste stadsduiven ontstaan. Deze waren dus al massaal aanwezig voordat de eerste postduiven, die wedstrijden vlogen, door de mens gehouden werden. Eerst werden er sierduiven gekweekt uit de duiven die gehouden werden voor de consumptie en uit de ontstane sierduivenrassen zijn later de meest geschikte sierduiven gebruikt om de postduif te ontwikkelen. Stadsduiven hebben dus in het geheel geen oorsprong in sierduiven of postduiven, stadsduiven die de duiventorens verlieten en zich vestigden in een nieuwe stedelijke omgeving zijn de bron van de huidige populatie stadsduiven.
Eigenschappen postduif
In principe heeft de postduif veelal de gelijke eigenschappen als de rotsduif, stadsduif en de sierduif. Door selectie alweer meer dan 200 jaar geleden, heeft de postduif zich echter kunnen ontwikkelen tot een duif die in staat blijkt te zijn om naar zijn hok terug te keren als je hem in een vreemde omgeving loslaat, dit zelfs op vele honderden kilometers van zijn thuishok. Zijn oorspronkelijke voorouder, de rotsduif, had deze eigenschap ook maar dan wel in beperkte mate. De rotsduif vliegt van zijn broedgebied, veelal gelegen aan rotsachtige kliffen bij water, naar de binnenlandse gebieden om op de daar gelegen gronden voedsel te verzamelen. Deze selectie op het kunnen terugvinden van het thuishok ofwel de thuislocatie zal zeker in het begin, zo’n 200 jaar geleden, er hebben toe geleid dat veel duiven daar niet in slaagden. Maar daarom juist ontstond er een populatie van postduiven die genetisch wel in staat was om het thuishok terug te vinden. En als je dan al een dergelijke populatie hebt dan gaat het al snel niet meer over of de duiven thuiskomen, maar vooral om de vraag hoe lang doen de duiven erover om thuis te komen. De duiven die nu geselecteerd worden, worden vooral geselecteerd op de prestaties. Dit heeft behoorlijke gevolgen gehad op de verdere selectie. Duiven die enkele decennia op een vlucht van zeg 1.000 km werden gelost op vrijdagmiddag kwamen zelden op zaterdag thuis. Meestal eerst op zondag of nog enkele dagen later. Zoiets is nu ondenkbaar. De duiven komen op zaterdag thuis en afhankelijk van de omstandigheden blijven ze zelfs in de nacht doorvliegen.
Ziekten
Ook ziekten bij postduiven passeren de revue. Maar als men meer informatie over duiven en ziekten wenst kan men beter die special raadplegen. Kennis van ziekten en de daarbij behorende symptomen is van belang omdat bij een goede observatie men tijdig kan ingrijpen. Raadpleeg bij ziekte bij voorkeur een dierenarts die gespecialiseerd is in duiven of vogels.
Roofvogels
Een probleem waar veel duivenhouders mee te maken krijgen zijn roofvogels. Postduiven zijn prooidieren en daarom zijn roofvogels en postduiven twee vogelsoorten die elkaar in het luchtruim treffen. Natuurlijk gaan daarbij duiven verloren, maar lang niet iedere aanval van een roofvogel is succesvol. De duif is niet alleen een zeer intelligente vogel hij kan ook zeer hoge snelheden ontwikkelen. Op vliegsnelheid kan geen roofvogel de duiven verslaan. In een duikvlucht (valvlucht) van de roofvogels maakt de duif minder kans. Duivensport wordt bedreven in de vrije natuur en daar zijn nu eenmaal risico’s aan verbonden. Naast roofvogels vallen er ook zoals bij andere vogels verkeersslachtoffers en vliegen duiven ook tegen draden.